Pluis of niet pluis?

Op deze pagina

Meer nieuws
Wij zoeken een verbindende voorzitter

Ben jij een empathisch leider, die zowel strategisch als operationeel kan bijdragen aan het welzijn van de gasten en het...

Vrijwilliger financiële administratie

Hospice Kromme Rijnstreek zoekt een nieuwe vrijwilliger die onder leiding van de penningmeester samen met een collega onze financiële administratie...

Bestuurssecretaris gezocht!

Hospice Kromme Rijnstreek zoekt een secretaris. Word jij enthousiast van een bestuurlijke sleutelrol? Dan ben jij wellicht onze nieuwe secretaris....

Onlangs volgde ik met medevrijwilligers de introductiecursus die het hospice aanbiedt aan nieuwe vrijwilligers. Daarin kwamen vier verschillende facetten van palliatieve zorg ter sprake: lichamelijk, psychisch, sociaal en spiritueel. Samen inventariseerden we wat ‘goed sterven’ voor onszelf concreet zou betekenen op deze vier terreinen. Het boekje “Dorst of doodsangst” van Anne Goossensen (hoogleraar aan de Universiteit voor Humanistiek) kwam ter sprake. Dit boekje, speciaal voor vrijwilligers in de palliatief terminale zorg, gaat over het onderkennen van (spirituele) signalen van cliënten in de laatste fase. Omdat het me nieuwsgierig maakte, voegde ik het toe aan mijn stapeltje boeken die ik nog eens wil lezen.

Vorige week zat ik met corona thuis en moest ik mijn hospicedienst dus afzeggen. Voordeel was dat ik daardoor alle tijd had om dit boekje te lezen. Hoewel ik zelf theoloog ben en je daarom misschien zou denken dat ik alert ben op (spirituele) signalen van gasten, word ik in het hospice vaak in beslag genomen door andere zorgaspecten. Mijn aandacht gaat vooral uit naar de lichamelijke zorg, dat komt vast doordat ik juist op dit punt een beetje onzeker kan zijn. Zonder enige zorgervaring weet ik soms niet goed hoe ik bepaalde zorghandelingen het beste kan doen. Natuurlijk overleg ik en werk ik samen met andere vrijwilligers en verpleegkundigen, die me altijd willen helpen. Ze zijn kundig en behulpzaam; ik leer veel van hen. Maar die onzekerheid kost dus aandacht en energie, die ik dan niét vanzelfsprekend kan geven aan bijvoorbeeld de zorg op spiritueel gebied.

Overigens leert juist dit boekje mij dat het niet óf-óf is. Alsof je een minuut maar één keer kunt besteden: óf aan lichamelijke óf aan spirituele zorg. Het gaat hand in hand. Spirituele zorg begint met signaleren en dat doe je niet door naast het bed te gaan zitten en allerlei diepgaande vragen op iemand af te vuren. Nee, signaleren doe je door er te zijn. Terwijl je even koffie brengt, terwijl je iemand wast, terwijl je een klein gesprekje over dagelijkse dingen voert. Je ziet, hoort, ruikt of voelt misschien iets dat opvalt. Meneer is meestal stil, maar vandaag is hij druk aan het praten. Mevrouw heeft continu op luid volume de televisie aan, maar ze lijkt niet te kijken. De stem van meneer klinkt vandaag anders, langzamer, verdrietiger. Mevrouw vraagt telkens opnieuw of jij kinderen hebt. Vaak zijn het ‘verborgen’ signalen. Mensen zeggen meestal niet zo duidelijk met woorden waar ze mee zitten.

Soms is het voor henzelf niet eens helder. Als alerte observator kun je misschien toch iets bemerken en het boekje reikt dan de methodiek ‘pluis of niet pluis’ aan. ‘Niet pluis’ betekent dat het wellicht gaat om een dieperliggend ongemak. We kunnen ons dan afvragen: kan er nog iets gedaan worden om onze gast comfortabeler te krijgen? Hoewel er in het boekje ook benadrukt wordt dat we niet onnodig in de ‘doe-modus’ moeten schieten. Het gaat hier, op deze spirituele laag, niet om iets dat we even kunnen oplossen. Soms is ‘er zijn’ en het kunnen delen van ongemak genoeg.

Ik denk dat we de spirituele zorg met elkaar meer aandacht mogen geven en ik weet zeker dat we dit kunnen. Met de nodige toerusting, oefening, methodieken, gesprekken en vooral vertrouwen in onszelf. Net zoals niet iedereen goed in strijken is, zal ook niet iedereen een antenne hebben voor spirituele vragen (en laat ieder in het hospice vooral doen waar zij of hij goed in is), maar sommige dingen kun je leren. Wat ik persoonlijk wil leren, is met meer aandacht en rust bij een gast aanwezig zijn. Zonder onzekerheid, die mag wel een keertje overboord! Ik wil meer zijn en minder doen. Ik wil aandachtiger zien en horen. Vertragen. Luisteren, ook naar wat niét gezegd wordt.

En zo blijkt het hospice een plek waar we niet alleen proberen om onze gasten (spirituele) zorg te bieden, maar waar wij ook zelf – als vrijwilliger of professional – kunnen leren en groeien. Zo ervaar ik dat zelf althans. Mijn ziel wordt hier geraakt en gevoed. Ik ben blij dat ik eind deze week weer aan de slag mag!

Door: Irene van der Meulen

_____
Irene is ritueelbegeleider. Sinds 2021 is ze zorgvrijwilliger bij Hospice Kromme Rijnstreek. In haar blogs op deze website schrijft ze over haar ervaringen als vrijwilliger.

Meer nieuws

Bijna alle prijswinnaars meldden zich

Mevrouw Anny de Roode uit Zeist won de prachtige stadsfiets van het merk Cortina bij de loterij in het kader...

Stem van een stervende

Uit Nieuwsbrief januari 2025 In 2023 bezocht ik samen met veel hospice-collega’s het symposium Leven tot je sterft, van het...

De raad van toezicht: duidelijk op de achtergrond

Uit Nieuwsbrief januari 2025 Hospice Kromme Rijnstreek heeft een eigen raad van toezicht (verder: RvT of de raad). Op de...

 
Reageren op vacature:

Pluis of niet pluis?

Is deze mooie rol iets voor u? Het hospice is altijd blij met mensen die zich willen inzetten. Gebruik het formulier hieronder om te reageren op deze vacature. Wij nemen dan binnenkort contact met u op.

Uw privacy

Onze website gebruikt minimaal cookies, omdat we uw privacy belangrijk vinden. Lees meer in onze cookieverklaring en het privacybeleid.

Ga naar de inhoud