Voor mij is Kerst het feest van de hoop. Hoop op licht in het donker. Op vrede op aarde. Op warmte in de kou.
Maar wat valt er nog te hopen, als je zeker weet dat je binnen afzienbare tijd zult sterven? Wat betekent hoop in een hospice waar geleefd wordt met de dood voor ogen?
Ik moet denken aan een bekend gedicht over hoop dat vaak wordt toegeschreven aan de Tsjechische oud-president Václav Havel (maar niet door hem geschreven is, wel door hem geïnspireerd):
Diep in onszelf dragen we hoop:
als dat niet het geval is,
is er geen hoop.
Hoop is een kwaliteit van de ziel
en hangt niet af
van wat er in de wereld gebeurt.
Hoop is niet voorspellen of vooruitzien.
Het is een gerichtheid van de geest,
een gerichtheid van het hart,
voorbij de horizon verankerd.
Hoop in deze diepe krachtige betekenis
is niet hetzelfde als vreugde
omdat alles goed gaat
of bereidheid je in te zetten
voor wat succes heeft.
Hoop is ergens voor werken
omdat het goed is,
niet omdat het kans van slagen heeft.
Hoop is niet hetzelfde als optimisme
evenmin de overtuiging
dat iets goed zal aflopen.
Wel de zekerheid dat iets zinvol is
ongeacht de afloop,
het resultaat.
Met deze woorden in gedachten is voor mij het hospice bij uitstek een plek van hoop.
Hier wordt gewerkt, gezorgd, gewassen, gekookt, geluisterd, omdat het goed is om dit te doen. Niet om ik-weet-niet-wat te bereiken, niet om te genezen, niet om er iets mee te winnen. Nee, we doen het eenvoudigweg, omdat het goed is voor onze gasten. Omdat het hen iets goeds brengt: liefde, troost, vreugde, comfort, begrip, rust…
Juist in het hospice weet ik zeker dat onze zorg en aandacht zin hebben. Ongeacht de afloop, het resultaat. Want nee, mensen worden – medisch gezien – niet beter van onze zorg en aandacht. Harde resultaten blijven uit, de dood is onherroepelijk. Maar juist hier zie ik zoveel goeds gebeuren. Een voetmassage die totale rust en ontspanning brengt. Een goed gesprek waarin de ander zich gehoord en begrepen voelt. Een grap die even alle zorgen en pijn doet vergeten. Een cappuccino, appeltaartje of heerlijke maaltijd waarvan intens genoten wordt.
Bezoek van familie en vrienden die hier alle rust en tijd vinden voor waardevolle ontmoetingen met hun geliefde naaste. En zo kan ik nog wel even doorgaan…
Nee, natuurlijk is niet alles goed in het hospice. Er is ook pijn. En verdriet. Soms strijd en frustratie. Maar juist in die pijn en moeite is er altijd hoop, in de betekenis van het gedicht. Iemand die je hand vasthoudt, iemand die je tranen ziet, iemand die luistert of iets liefs en bemoedigends zegt, iemand die je omdraait in bed zodat je even wat minder pijn hebt.
In het hospice wordt Kerst dan ook volop gevierd. Met prachtige kerstbomen en andere kerstversieringen. Met heerlijke kerstdiners tijdens de feestdagen. En bovenal met zorgzame, liefdevolle engelen. Toen ik laatst vlak na het avondeten bij één van de gasten kwam, zei ze (en dit was natuurlijk voor de kok bedoeld): “Je bent een engel! Het was zooo lekker!”
Engelen brengen hoop. Zij maken het leven goed, hier en nu. Ook in het hospice. Ook met de dood voor ogen. Juist dan! In het hospice zie ik verpleegkundigen, vrijwilligers en coördinatoren licht brengen in het donker. Zonder doelen en resultaten voor ogen. Zonder succes te verwachten.
Gewoon omdat het goed is. Zíj zijn engelen!
—
Door: Irene van der Meulen
_____
Irene is ritueelbegeleider. Sinds 2021 is ze zorgvrijwilliger bij Hospice Kromme Rijnstreek. In haar blogs op deze website schrijft ze over haar ervaringen als vrijwilliger.