Vandaag maak ik voor het eerst een opname mee. De nieuwe gast wordt met de ambulance vanuit het ziekenhuis naar het hospice gebracht. Onderweg maken ze nog een stop bij haar huis. Het is al met al geen lange reis, maar wel één vol emoties, vermoed ik.
Als ze binnengereden wordt, is ze te zwak om iets te zeggen. Ze kijkt ons even aan en tilt haar hand een beetje op. Ze wordt door het ambulancepersoneel behoedzaam naar haar eigen appartement gereden. Een vriendin vergezelt haar. Na een tijdje vraagt de verpleegkundige om twee thee. Ik heb nog geen idee hoe ze de thee wil drinken: in een theeglas of een tuitbeker, heet of een beetje afgekoeld? Ik maak gewoon twee koppen thee en breng deze naar het appartement. Ik vraag haar hoe ze de thee graag zou willen, maar elke vraag is er één te veel. Ze is op, van de reis, van alle indrukken, van het ziekzijn.
Ik laat het even zo en geef hen wat rust en tijd voor zichzelf.
In de loop van de middag hoor en zie ik stukjes van haar levensverhaal. Ze had al lange tijd klachten en omdat ze corona had gehad, dacht ze aanvankelijk aan long covid. Pas sinds een paar weken weet ze de werkelijke diagnose: longkanker. Haar vriendin vertelt dat ze in het hospice kistjes voor de kinderen wilde vullen, met dingen die ze hen mee wil geven voor hun verdere leven. Maar ze is zo snel achteruitgegaan, dat dat nu bijna onmogelijk lijkt.
Als haar man en kinderen langskomen, breekt mijn hart. Zo jong nog, tieners zijn het. Ik probeer me voor te stellen hoe dit voor hen zal zijn. Een gezonde moeder wordt een kwakkelende moeder wordt een zieke moeder wordt een doodzieke moeder wordt een moeder die doodgaat. Ik hoop zó dat deze kinderen omringd worden door lieve familie en vrienden, door behulpzame en begripvolle leerkrachten, coaches en andere volwassenen. Dat ze ergens terecht kunnen met hun vragen, hun tranen, hun boosheid, hun behoefte aan afleiding. Dat ze ergens troost vinden…
Als ik naar huis fiets met mijn collega-vrijwilliger, zegt zij: “Dit gaat vanavond nog wel even door mijn hoofd spelen.” Het heeft ons beiden geraakt. Zo jong, zo ziek, zo verdrietig. Ik besef vandaag dat ieders leven, ook het mijne, zomaar ineens op z’n kop kan staan. En dat ook ik, net als deze vrouw en haar gezin, zomaar ineens kan verliezen wie en wat ik liefheb. Als ik thuiskom, staat mijn lief in de keuken pannenkoeken te bakken.
Ik geef hem een dikke knuffel en zeg dat ik van hem houd. De pannenkoeken hebben nog nooit zo lekker gesmaakt.
—
Door: Irene van der Meulen
_____
Irene is ritueelbegeleider. Sinds 2021 is ze zorgvrijwilliger bij Hospice Kromme Rijnstreek. In haar blogs op deze website schrijft ze over haar ervaringen als vrijwilliger.